Vanaf het prille begin van het christendom tot op vandaag hebben zovele generaties van christenen, overal ter wereld, geprobeerd om de merkwaardige parabel van Jezus over het onkruid tussen de tarwe te begrijpen en in hun leven toe te passen. Ook wij, die Jezus willen navolgen, worden opgeroepen dat te doen. Dat is niet vanzelfsprekend, want de parabel gaat in tegen het gezonde boerenverstand. Letterlijk. Elke boer zal je zeggen dat je wel degelijk het onkruid moet verdelgen om de goede gewassen gezond te laten opschieten. Op welke manier dit moet gebeuren, staat vandaag ter discussie. Maar daar gaan we het nu niet over hebben. In elk geval symboliseren onkruid en tarwe hier het kwade en het goede, het negatieve en het positieve. Ook ons spontaan moreel gevoel zegt ons dat wij het kwaad niet zomaar mogen laten gedijen. Waar zouden we dan uitkomen? En toch gaat de parabel daar blijkbaar tegenin. Laat het onkruid tussen de tarwe staan, kies niet voor de harde en directe uitroeiing van het kwaad. Wees geduldig in de groeitijd. Laat het uiteindelijke oordeel aan God over. Hoe moeten we dat begrijpen?